Denk mee over het waterbeheer in Huizen
De gemeente Huizen heeft het concept Water- en Rioleringsprogramma (WRP) 2026–2030 opgesteld. In dit plan staat hoe we de komende jaren omgaan met afvalwater, regenwater en grondwater. Denk aan het voorkomen van wateroverlast, het verbeteren van de riolering en het inspelen op klimaatverandering. Het WRP is belangrijk voor een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving voor iedereen in Huizen.
Geef uw mening
Het conceptplan ligt ter inzage van 10 juli tot en met 1 september 2025. Wij nodigen alle inwoners, ondernemers en andere belanghebbenden uit om het plan te bekijken en hun reactie te geven. Hierna vindt u de pdf van het conceptplan. De uitgeschreven tekst van het conceptplan WRP vindt u onderaan dit bericht.
Reageren kan tot en met 1 september 2025
Reageren kan schriftelijk of mondeling. Voor een schriftelijke reactie kunt u ons mailen via gemeente@huizen.nl. Het postadres van de gemeente Huizen is: Postbus 5 1270 AA Huizen. Wilt u liever mondeling reageren, dan kunt u hiervoor een afspraak maken via 14 035.
Wat er met uw reactie gebeurt
Alle reacties worden individueel beoordeeld en waar nodig verwerkt in het definitieve Water en Rioleringsprogramma 2026-2030. Van de reacties en de manier waarop de gemeente deze verwerkt wordt een inspraakverslag gemaakt, dit verslag wordt toegezonden aan degenen die reageren. Uiteindelijk stelt de gemeenteraad het Water en Rioleringsplan 2026-2030 vast. Naar verwachting gebeurt dit in de raadsvergadering van 30 oktober 2025.
Uitgeschreven tekst van het conceptplan WRP
Water en Riolerings Programma – WRP 2025-2030
Concept, 24 juni 2025.
Voorwoord
Klimaatverandering stelt ons voor grote uitdagingen. We krijgen steeds vaker te maken met hevige regenval, langere periodes van droogte en een stijgende zeespiegel. Dit heeft niet alleen invloed op onze leefomgeving, maar ook op de manier waarop we als gemeente omgaan met water. Daarom is het belangrijk dat we vooruitdenken en onze verantwoordelijkheid nemen. Met trots presenteer ik dit Water- en Rioleringsprogramma (WRP) voor de periode 2026-2030. In dit plan geven we concreet invulling aan onze gemeentelijke watertaken. We zetten in op een robuust en toekomstbestendig watersysteem, waarbij we zorgen voor een veilige en gezonde leefomgeving voor onze inwoners en bedrijven. Hoewel water en riolering niet altijd de meeste aandacht krijgen, zijn ze van essentieel belang voor onze gemeente. Dit plan laat zien hoe we ons watersysteem duurzaam en efficiënt beheren, met oog voor innovatie en samenwerking. Als wethouder ben ik ambitieus en gedreven om het beste voor Huizen te realiseren. Dit WRP vormt de basis om samen met inwoners, ondernemers en andere partners te werken aan een veerkrachtige en watervriendelijke gemeente. Ik nodig iedereen uit om met ons mee te denken en bij te dragen aan een duurzame toekomst!
Karin van Werven,
Wethouder Gemeente Huizen
1 – Context
In dit eerste hoofdstuk wordt het Water- en Rioleringsprogramma (WRP) in de bredere context geplaatst. Dit hoofdstuk richt zich op de vraag: Wat is de aard en functie van dit document? Er wordt ingegaan op de doelstelling van het WRP en de relatie tot andere beleidsdocumenten. Daarnaast wordt een terugblik geboden op de voorganger van dit programma: het Gemeentelijk Rioleringsplan en Waterplan gemeente Huizen 2016-2025 (GRWP).
1.1 – Doel van het WRP
Riolering is een essentieel collectief systeem met drie hoofdfuncties: bescherming van de volksgezondheid, voorkomen van wateroverlast en milieuvervuiling. Het systeem omvat meer dan alleen buizen; rioolgemalen, kolken, goten, drainage, wadi’s en bergingsvijvers spelen een cruciale rol in afvalwaterinzameling, het verwerken van hemelwater en het regelen van de grondwaterstand. Daarover gaat dit WRP.
Bij het woord riolering in dit WRP denken we niet alleen denken aan buizen. De rioolbuizen zijn weliswaar het bekendste onderdeel van de riolering, maar er is meer. Zoals rioolgemalen, kolken, goten, drainage, wadi’s, sloten, bergingsvijvers, drukriool en IBA’s. Dit vormt een samenhangend systeem voor de inzameling van afvalwater, het verwerken van hemelwater en het regelen van de grondwaterstand.
Gemeenten hebben wettelijke taken op het gebied van waterbeheer. Beleidskeuzes moeten passen binnen de wettelijke kaders. Het gaat om afvalwater, hemelwater en grondwater. Daarnaast heeft de gemeente taken inzake oppervlaktewater, in aanvulling op de taken van het waterschap. In het WRP wordt het beleid verwoord dat de gemeente voert om invulling te geven aan genoemde taken.
Het WRP richt zich op een brede doelgroep: bestuurders, beleidsmakers, vakmensen en geïnteresseerde burgers. De kerninformatie is beknopt geformuleerd, met verdiepende lagen voor wie meer details zoekt.
Het WRP heeft de volgende doelstellingen:
- Het beleid formuleren voor de wettelijke gemeentelijke watertaken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater.
- De samenhang tonen met andere beleidsterreinen. Daarbij wordt ook ingegaan op de verhouding met de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan.
- Verantwoording afleggen over het gevoerde beheer van het systeem.
- De rolverdeling van ketenpartners benoemen, zoals waterschap Amstel, Gooi en Vecht, het drinkwaterberdijf en Rijkswaterstaat.
- Laten zien welke programmering wordt aangehouden in de planperiode.
- Inzichtelijk maken welke kosten worden toegerekend aan de rioolheffing.
- Aangeven hoe schommelingen in de rioolheffing worden geëgaliseerd.
- Berekenen welke hoogte van de rioolheffing nodig is in de planperiode, inclusief een doorkijk naar een periode van 20 jaar.
1.2 – Positie van het WRP
Het WRP bestaat te midden van andere documenten.
- Bovenaan staat de Omgevingsvisie Voel je thuis in Huizen! . Onder de Omgevingswet is de visie één van de belangrijkste documenten voor elke gemeente. De Omgevingsvisie is verder uitgewerkt in de visie Openbare Ruimte. De ambitie is een leefbare openbare ruimte en een gezonde en veilig leefomgeving. Het laat zien wat voor gemeente je bent en welke kant de gemeente op wil in de toekomst.
- Omdat het WRP ook de onderbouwing is van de rioolheffing en de financiële kaders hiervoor zijn opgenomen, wordt dit WRP ook ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad.
- Aan de linkerkant staan diverse “waterplannen”. Zowel Rijk als provincie en waterschap maken beleidsplannen op het gebied van water. Van deze plannen zijn de Watervisie 2050 en het waterbeheerprogramma 2022-2027 van waterschap Amstel, Gooi en Vecht het meest relevant voor het WRP.
- Aan de rechterkant staan de vele onderwerpen binnen de gemeentelijke organisatie die raken aan het vakgebied riolering en stedelijk waterbeheer. Van deze onderwerpen is klimaatadaptatie momenteel erg actueel en sterk van invloed op het hemelwaterbeleid.
- Onder de visie staat het gemeentelijke Omgevingsplan. In het omgevingsplan is te zien hoe het beleid voor riolering en water uit het WRP doorwerkt op perceelniveau. In het WRP wordt het beleid geformuleerd en onderbouwd. Op onderdelen is in de planperiode nog een gebiedsgerichte uitwerking nodig, terwijl te zijner tijd in het omgevingsplan per perceel de juridische doorwerking van dit beleid in bindende regels is te vinden.
- Het WRP is een document van beperkte omvang en is een omgevingsprogramma, met deels inhoud dat in het Omgevingsplan moet landen. Er zijn diverse onderliggende documenten: het betreft tekeningen, databestanden, berekeningen, leidraden en geautomatiseerde beheer- en informatiesystemen voor de watergangen, vijvers, wadi’s, drainage, infiltratie- en bergingsvoorzieningen, het grondwater, de riolering en voor de rioolgemalen. Deze zijn op de vak-afdeling beschikbaar.
1.3 – Evaluatie van het vorige plan
Voorafgaand aan dit WRP was er het GRWP 2016-2025. In deze paragraaf wordt teruggekeken op de planperiode van dit WRP.
In de planperiode is een aantal projecten gerealiseerd, zie bijgaand kader. De conclusie is dat veel projecten zijn uitgevoerd, een aantal projecten zijn nog in voorbereiding of moeten nog worden gestart. Door personele ondercapaciteit is niet alles uitgevoerd volgens programma, tevens is een achterstand ontstaan op onderzoeken en gegevens/databeheer. Dat wordt op dit moment ingehaald, maar vraagt zeker nog de nodige aandacht de komende periode.
Tijdens de planperiode GRWP 2016-2025 is de rioolheffing lager gebleven dan de prognose in het GRWP, dat is voornamelijk door uitstel van projecten en lagere personele lasten, door ondercapaciteit.
1.4 – Besluitvormingstraject van het WRP
Onder de Omgevingswet is het opstellen van een programma een autonome gemeentelijke bevoegdheid. Het nieuwe WRP past in de geest van de Omgevingswet.
Het waterschap Amstel, Gooi en Vecht is betrokken geweest bij het opstellen van het WRP, in de rol als beheerder van een zuivering-technisch werk en in de rol als beheerder van een deel van het oppervlaktewater.
Proces en data voor vaststelling:
- College geeft WRP vrij om ter inzage te leggen juli 2025
- Ter inzagelegging juli/aug 2025
- Vaststelling 30 oktober 2025 door gemeenteraad
Na vaststelling van het WRP wordt een exemplaar toegezonden aan de provincie Noord-Holland en aan het waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
2 – Beleid gemeentelijke watertaken
Dit hoofdstuk beschrijft het beleid voor de gemeentelijke watertaken, eerder bekend als de zorgplichten riolering. Het betreft afval-, hemel- en grondwaterbeheer, gebaseerd op wettelijke kaders. De wetsteksten vormen de basis voor concreet beleid, met een integrale benadering van het watersysteem. Doel is efficiënte samenwerking met het waterschap om de laagste maatschappelijke kosten te realiseren, optimale dienstverlening aan burgers en bedrijven te bieden en ook rekening te houden met klimaat, energie en biodiversiteit.
2.1 – Beleid afvalwater
De zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater, die voorheen waren vastgelegd in de Wet milieubeheer en de Waterwet, zijn met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 geïntegreerd in deze nieuwe wet. Specifiek zijn de verantwoordelijkheden van gemeenten vastgelegd in artikel 2.16 van de Omgevingswet. Dit artikel bepaalt dat gemeenten zorgdragen voor:
- Inzameling en transport van stedelijk afvalwater: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het inzamelen en afvoeren van stedelijk afvalwater naar de daarvoor bestemde zuiveringsinstallaties.
- Zorg voor het hemelwater: Gemeenten dienen maatregelen te treffen om de verwerking van afvloeiend hemelwater in goede banen te leiden, bijvoorbeeld door het aanleggen en onderhouden van voorzieningen voor de opvang en afvoer van regenwater.
- Voorkomen of beperken van structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand: Gemeenten hebben de taak om structurele problemen door te hoge of te lage grondwaterstanden in stedelijke gebieden te voorkomen of te beperken, voor zover dit doelmatig is.
Deze taken zijn erop gericht om de leefomgeving veilig, gezond en duurzaam te houden.
Artikel 2.16 Omgevingswet
1. Bij het gemeentebestuur berusten, naast de elders in deze wet en op grond van andere wetten aan dat bestuur toegedeelde taken voor de fysieke leefomgeving, de volgende taken: a. op het gebied van het beheer van watersystemen en waterketenbeheer:
Lid 1.a.3 - de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater,
2. Op grond van het eerste lid, onder a, onder 3°, wordt stedelijk afvalwater ingezameld en getransporteerd naar een zuiveringtechnisch werk als dat vrijkomt:
a. op de percelen, gelegen binnen een bebouwde kom van waaruit stedelijk afvalwater met een vervuilingswaarde van ten minste tweeduizend inwonerequivalenten als bedoeld in de richtlijn stedelijk afvalwater wordt geloosd, door middel van een openbaar vuilwaterriool,
b. op andere percelen, voor zover dit doelmatig kan worden uitgevoerd door middel van een openbaar vuilwaterriool.
3. In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een zuiveringtechnisch werk kunnen andere passende systemen in beheer bij een gemeente, een waterschap of een rechtspersoon die door een gemeente of waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, als daarmee hetzelfde niveau van het beschermen van het milieu wordt bereikt.
Kernformulering van het afvalwaterbeleid
Wij voeren als beleid om het huishoudelijk afvalwater en het bedrijfsafvalwater in te zamelen met riolering. Het belangrijkste motief hiervoor is het beschermen van de volksgezondheid, door afvalwater te verwijderen uit de directe leefomgeving. Daarnaast gaat het om leefbaarheid (voorkomen stankoverlast), bescherming van de waterkwaliteit en milieubescherming. Het stedelijk afvalwater (dat is de mix van afvalwater met hemel- en grondwater) wordt getransporteerd naar een overnamepunt en daar overgedragen aan het waterschap, die zorg draagt voor het verdere transport naar en de zuivering op de RWZI. Het is voor eigenaren van gebouwen waar afvalwater vrijkomt vrijwel altijd verplicht om een aansluiting te hebben op de riolering of het afvalwater te zuiveren op eigen terrein.
Uitwerking van het afvalwaterbeleid
Hierna volgen enkele gebiedsgerichte en thematische uitwerkingen van het afvalwaterbeleid. Per onderwerp wordt de essentie kort vermeld.
Afvalwaterbeleid voor woningen binnen de bebouwde kom.
Gemeenten hebben de plicht om afvalwater in te zamelen in de bebouwde kom. Voor lozers geldt een vrijwel volledig lozingsverbod richting bodem en oppervlaktewater. Het is daarmee vrijwel 100% verplicht om woningen binnen de bebouwde kom aan te sluiten op de riolering. Dit beleid geldt vanwege de volksgezondheid, milieubescherming en vanwege de leefbaarheid in de zin van het voorkomen van stankoverlast. Zie bijgaand kader voor meer informatie.
Afvalwaterbeleid voor niet-woningen binnen de bebouwde kom.
Voor niet-woningen geldt in principe hetzelfde beleid als voor woningen, namelijk aansluiten op de riolering vanwege de volksgezondheid. Het ligt alleen anders bij gebouwen waar geen afvalwater vrijkomt en bij bedrijven met bijzonder afvalwater of grote hoeveelheden afvalwater.
Afvalwaterbeleid in het buitengebied
In het buitengebied wordt in enkele deelgebieden (druk)riolering aangeboden. In die gebieden geldt door de aanwezigheid van riolering een lozingsverbod richting bodem en oppervlaktewater. In de gebieden zonder (druk)riolering is een individuele zuiveringsvoorziening (IBA) verplicht, die gezuiverd water loost in de bodem of op het oppervlaktewater. Zie bijgaand kader voor meer informatie. Het is de vraag welke veranderingen komende jaren optreden in het buitengebied en hoe de voorzieningen voor afvalwater eventueel worden aangepast. Denk aan ontwikkelingen op en rond het boerenerf zoals nieuwe verdienmodellen, zoals overstappen naar andere gewassen of andere bestemmingen. Denk ook aan de veroudering van bestaande systemen met de vraag of bij vernieuwing wordt gekozen voor bestaande of nieuwe oplossingen. Dit vergt gebiedsgerichte uitwerking in de planperiode in samenwerking tussen gemeente en waterschap.
Beleid voor nieuwe aansluitingen of grotere lozingen op bestaande riolering.
De riolering heeft een bepaalde capaciteit. Dat geldt voor het inzamelstelsel, voor het transportsysteem van gemalen en persleidingen en voor de RWZI. Nieuwe aansluitingen zijn niet zomaar mogelijk en bestaande lozingen mogen niet zomaar worden vergroot. Eerst moet de gemeente checken wat de mogelijkheden zijn. Bij grote lozingen moet ook het waterschap worden betrokken. Het gaat naast technisch inhoudelijke zaken ook over de kosten. Als een bestaande lozing aanmerkelijk wordt verzwaard, dan geldt dit als een nieuwe aansluiting. Zie bijgaand kader voor meer informatie.
Afvalwaterbeleid voor nieuw aanleg in uit- en inbreidingswijken.
In nieuwe gebieden is aanleg van nieuwe riolering vereist. Dit gaat in nauw overleg tussen gemeente en waterschap. Zie bijgaand kader voor meer informatie. Het gaat in dit kader alleen om riolering voor de inzameling van afvalwater. Voor hemelwater, grondwater en oppervlaktewater bestaat apart beleid, dat verder in dit WRP is beschreven.
Beleid voor lozingen op de riolering.
Riolering is bedoeld voor huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater dat daarop lijkt. Andere lozingen zijn niet zomaar toegestaan omdat het schade kan berokkenen aan de riolering en/of aan de zuivering en/of aan het milieu. Het gaat om de algemene zorgplicht om de goede werking van riolering en zuivering niet te verstoren. Specifiek gelden eisen voor olie- en vetafscheiders.
Beleid om foutaansluitingen tegen te gaan.
Foutieve aansluitingen kunnen problemen veroorzaken. Ze zijn verboden en dienen te worden verholpen. In de praktijk wordt gekeken naar de omvang van de problemen. Bij grote problemen wordt ingegrepen. Het loopt vanaf het constateren van een knelpunt, via onderzoek en communicatie tot aan een eventuele juridische aanpak.
2.2 – Beleid hemelwater
Ons gemeentelijke beleid voor hemelwater is in deze paragraaf beschreven. De basis voor dit beleid staat in de Omgevingswet artikel 2.16. De wetgever heeft gezocht naar balans tussen de eigen verantwoordelijkheid van de particulier/bedrijven en de collectieve verantwoordelijkheid van de gemeente. Het is aan de gemeente om hierin lokale afwegingen te maken.
Kernformulering van het hemelwaterbeleid
Wij voeren als beleid om het hemelwater zoveel mogelijk lokaal te benutten, te infiltreren in de bodem of te lozen op oppervlaktewater. Als lokale oplossingen ontoereikend zijn, zamelt de gemeente het overtollige hemelwater in, liefst gescheiden van het afvalwater, om het op een geschikte plek te infiltreren of te lozen op oppervlaktewater. Hemelwater wordt in veel oudere gebieden gemengd met afvalwater afgevoerd naar de RWZI, met overstorten naar het oppervlaktewater.
De klimaatverandering zet ons aan tot klimaatadaptatie, zoals infiltratie en buffering van hemelwater. De al ingeslagen weg wordt voortgezet om bij alle werkzaamheden in de openbare ruimte deze zodanig in te richten door overlast bij extreme buien te beperken. Hiervoor is het van belang dat groene gebieden in bestaande woonwijken beschikbaar komen voor hemelwateropvang. Bewoners en bedrijven worden gevraagd om maatregelen te treffen op eigen terrein.
Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het principe van water en bodem sturend zo veel mogelijk toegepast. Op locaties met risico op wateroverlast wordt in afstemming met het waterschap gekeken of- en zo ja welke- aanvullende eisen volgen uit de hemel- en grondwaterzorgplicht. Het waterschap hanteert hierbij het principe dat de toename van de afvoer door verharding niet afgewenteld mag worden op het watersysteem en daarmee op benedenstroomse gebieden.
Uitwerking van het hemelwaterbeleid
Hierna volgen enkele specifieke uitwerkingen van het hemelwaterbeleid. Per onderwerp wordt de essentie kort vermeld.
Principes voor het hemelwaterbeleid.
Bij de opvang en verwerking van hemelwater zijn diverse keuzes te maken en er zijn uiteenlopende combinaties van keuzen mogelijk. Het hangt af van de lokale omstandigheden welke combinatie van keuzen de voorkeur verdient. Daarbij is het volgen van enkele principes behulpzaam. Het gaat om de principes schoonhouden, benutten, bergen, vertragen, infiltreren, direct lozen en inzamelen. Zie bijgaand kader voor meer informatie over de thematische uitwerking met principes voor het hemelwaterbeleid.
Concrete uitwerking hemelwaterbeleid.
Dit beleid geldt voor elke nieuwbouw en renovatie in de gehele gemeente Huizen. In een later stadium wordt het gebiedsgericht uitgewerkt.
Gebiedsgerichte nadere uitwerking van het hemelwaterbeleid.
- Per buurt of wijk zijn er uiteenlopende omstandigheden die maken dat je tot andere keuzes komt voor de omgang met hemelwater. Op een hoge zandgrond wil je het hemelwater bij voorkeur infiltreren op de plek waar het valt. Maar op een lage plek met kwel en/of kleigrond is een traditioneel gescheiden rioolstelsel soms de beste keuze. Een volgend punt is dat je in een nieuwe wijk meer mogelijkheden hebt om duurzaam hemelwaterbeleid te voeren dan in bestaande situaties. Bijgaand kader benoemt de omstandigheden die bepalend zijn voor de uitwerking van het hemelwaterbeleid op buurtniveau.
- Het beleid per buurt tot perceelniveau wordt verder uitgewerkt in het Omgevingsplan. Bij een perceel staat dan aangegeven welk beleid er geldt en welke voorzieningen worden aangeboden. Op dat moment wordt het beleid voor afvalwater, hemelwater en grondwater concreet toegespitst op de betreffende omstandigheden. Bijgaand kader toont een voorbeeld van uitgewerkt beleid voor een perceel in het Omgevingsplan.
Rioolstelsels
In gemeente Huizen is een aantal rioolstelsels van het gemengde type. Hierin wordt hemelwater in dezelfde buis afgevoerd als afvalwater. Gemengde stelsels hebben overstorten.
Hemelwaterbeleid
Hemelwaterbeleid kan worden ondersteund door particulier initiatief, vooral bij de gemengde rioolstelsels. Dit geeft kleine voordeeltjes per keer, maar vormt op termijn een krachtig middel om het bestaande gemengde rioolstelsel te ontlasten.
Extreme buien
Extreme buien geven steeds vaker problemen met wateroverlast. Het geeft een nieuwe opgave en is onderdeel van de klimaatadaptatie.
Beheer watersysteem
De gemeente heeft een wettelijke taak voor hemelwater, het waterschap voor beheer van het watersysteem, zowel kwantitatief als kwalitatief. Tussen deze taken bestaat een overgangsgebied, waarin lokale keuzes moeten worden gemaakt. Tussen gemeente en waterschap zijn afspraken gemaakt over wie waar het beheer voert van het stedelijk watersysteem.
2.3 – Beleid grondwater
In deze paragraaf staat het gemeentelijke beleid voor grondwater.
De basis voor dit beleid staat in de Omgevingswet artikel 2.16. De gemeentelijke grondwatertaak is beperkt van omvang en staat in relatie tot de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar en in relatie tot de taken van waterschap, provincie en Rijk. Het komt er op neer dat de gemeente een taak heeft voor het beïnvloeden van de grondwaterstand in openbaar gebied en voor het aanbieden van een afvoerroute voor grondwater vanaf aanliggende percelen, voor zover doelmatig. Het is aan de gemeente om hierin lokale afwegingen te maken.
Kernformulering van het grondwaterbeleid
Wij voeren als beleid om de grondwaterstand in het openbare gemeentelijke gebied te beteugelen op die plekken waar zonder ingrijpen sprake is van structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand. Bij deze overweging spelen de vragen of maatregelen doelmatig zijn, of het niet de verantwoordelijkheid is van de eigenaar/gebruiker van een perceel en of het niet hoort bij de taak van waterschap, provincie of Rijk.
Uitwerking van het grondwaterbeleid
Grondwater(overlast)
De gemeente heeft de zorgplicht voor grondwater. Door nattere winters als gevolg van klimaatverandering en door verhoging van het (zomer)peil in de randmeren, is een significante stijging van het grondwater mogelijk, met gevolgen voor de kans op grondwateroverlast. Dit effect is vooral groot op de flanken van stuwwallen, zoals in Huizen.
Verantwoordelijkheden
De gemeente doet onderzoek en treft zo nodig doelmatige maatregelen op openbaar terrein in de bebouwde kom, voor beperking van structurele (grond)wateroverlast op openbaar terrein.
Op het eigen perceel zijn bewoners en bedrijven zelf verantwoordelijk voor het hemel- of grondwater.
De gemeente biedt perceeleigenaren de mogelijkheid zich te ontdoen van overtollig schoon hemel- of grondwater, mits er geen andere mogelijkheden zijn en dit past binnen het gemeentelijk (grondwater)beleid.
Monitoring grondwaterstanden
We hebben in de gemeente een aantal grondwaterpeilbuizen met datalogger en telemetrie. De meetgegevens zijn beschikbaar via de Basisregistratie Ondergrond (BRO). In 2027 is de bedoeling het grondwatermeetnet te evalueren en aan te passen indien noodzakelijk.
Drainage, hoger bouw-/vloerpeil, kruipruimteloos bouwen en grondverbetering
De ontwateringsdiepte (verschil maaiveld met grondwaterstand) is 70 cm.
Ter voorkoming van wateroverlast in bebouwd gebied hanteren we de volgende uitgangspunten:
- Ontwateren van gebieden met ontwateringsdiepte van 70 cm, door aanleg van drainage.
- Meeleggen van drainage in gebieden die nu of in de toekomst gevoelig zijn voor grondwateroverlast.
- Bij nieuwe ontwikkelingen geldt: kruipruimteloos bouwen, ophogen, grondverbetering en aanleg drainage.
- Bij nieuwbouw en inbreidingen de vloerpeilen 5 cm te verhogen om kans op schade bij regen- en grondwateroverlast te beperken, vast te leggen omgevingsplan of projectovereenkomsten.
- Alle bouw- en ontwikkelingsplannen moeten hierop worden getoetst (watertoets).
- In het voormalige meentgebied kan de grond ‘dicht slaan’ waardoor regenwater en hoge grondwaterstand tot overlast kan leiden. Perceeleigenaren kunnen dit mogelijk verminderen door de aanleg van verticale en/of horizontale drainage op eigen terrein.
Hierna volgen enkele specifieke uitwerkingen van het grondwaterbeleid. Per onderwerp wordt de essentie kort vermeld.
Meldingen over vocht of grondwater. Meldingen van burgers of bedrijven die overlast ervaren van vocht of grondwater worden zorgvuldig getoetst. Bouwkundige gebreken vormen vrijwel nooit een legitieme reden voor de gemeente om maatregelen te treffen maar zijn vrijwel altijd de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Naast de verantwoordelijkheid voor de eigenaar is er een verantwoordelijkheid voor de bewoner, met name ventilatie.
Het veranderende klimaat kan leiden tot langere droge perioden in het zomerhalfjaar. De zomers van 2018, 2019, 2020 en 2022 illustreerden dit. Het leidt onder meer tot verdord gras, een droogvallend watersysteem, vissterfte, lage grondwaterstanden, boomsterfte, verminderde opbrengsten in de landbouw en kans op bodemdaling en als gevolg daarvan funderingsschade. Ook de drinkwaterwinning staat onder druk. Provincies, waterschappen en de landbouwsector hebben in Nederland de knoppen in handen om te acteren tegen de gevolgen van langdurige droogte. Gemeenten hebben nauwelijks invloed tegen de gevolgen van droogte. Zie bijgaand kader met meer informatie over droogte. Gemeenten kunnen beleid tegen droogte steunen met communicatie en door het stimuleren van infiltratie van hemelwater in bebouwd gebied. Waterschap heeft het integraal beleidskader grondwater vastgesteld. Daarnaast zijn er ook langdurig natte perioden geweest waardoor grondwateroverlast is opgetreden.
Drinkwaterwinning Huizen
In onze gemeente ligt een drinkwaterwinning van PWN. In dat gebied gelden extra regels om de veiligheid van het drinkwater te borgen. In het gebiedsdossier van de provincie is hierover alles te lezen.
3 – Beheer
Dit hoofdstuk gaat in op het beheer van de riolering en van de voorzieningen die hier aan gerelateerd zijn. Het principe van assetmanagement werken we uit in de visie Openbare Ruimte. Het gaat daarbij niet alleen om de afzonderlijke objecten maar om het functioneren van het hele systeem en van de organisatie die met het beheer is belast. Eerst wordt het beheerde areaal vermeld, daarna wordt ingegaan op het contact met de gebruikers van de riolering. Vervolgens wordt stilgestaan bij het systeembeheer, inclusief besluitvorming bij rioolvervanging en omgang met calamiteiten. Daarna wordt ingegaan op het samenwerken met andere disciplines binnen de eigen organisatie en met het waterschap. Tot slot wordt de omvang van de formatie belicht.
3.1 – Areaal
Goed beheer begint inzicht in het huidige water- en rioolsysteem. In bijgaand kader een overzicht van de voorzieningen die de gemeente in eigendom en beheer heeft om invulling te geven aan de gemeentelijke watertaken. Het gaat om een beschrijving van het areaal op hoofdlijnen. Gedetailleerde informatie is te vinden in de beheersystemen.
- Aantal kolken: 15.000
- Lengte vrijvervalriolering: 281 kilometer
- Lengte vrijvervalriolering vuilwater: 86 kilometer
- Lengte vrijvervalriolering hemelwater: 110 kilometer
- Lengte vrijvervalriolering gemengd: 85 kilometer
- Lengte persleiding gemalen: 26 kilometer
- Lengte lijn- en roostergoten: 200 meter
- Randvoorzieningen: 4 stuks
- Aantal gemalen natte opstelling: 20
- Aantal pompunits mechanische riolering: 96
- Aantal IBA's, decentrale zuiveringen, septic tanks (particulier eigendom): 0
- Lengte watergangen in beheer (nog niet compleet): 0
- Aantal duikers en kleine kunstwerken in het oppervlaktewater in beheer: 20
Riolering bestaat uit diverse objecten, zoals:
- Huis- en bedrijfsaansluitingen
- Kolken en lijngoten
- Vrij-verval riolen
- Gemalen en persleidingen
- Buitengebied met pompunits en drukriool
- Drainage
- Wadi
- IBA
3.2 – Contact met de gebruikers van de riolering
Samenwerking is essentieel voor het behalen van onze doelen, zowel intern als extern. Goede communicatie en participatie zijn cruciaal. Inwoners verwachten transparantie en betrokkenheid bij projecten en actuele situaties. Communicatie is daarom maatwerk.
Meldingen van burgers en bedrijven
Meldingen vormen een waardevolle informatiebron en leiden vaak tot actie, zoals bij een verstopte kolk. Klachten over wateroverlast bij zware buien zijn complexer, maar nuttig voor het verbeteren van hydraulische berekeningen en oplossingen. Zorgvuldige registratie helpt trends te herkennen en inzicht te krijgen in het functioneren van de riolering. Niet alle meldingen zijn echter relevant; burgers verwarren soms rioolproblemen met bijvoorbeeld een lekkende kelder of dakgoot.
Regels bij verstoppingen
Aansluitleidingen kunnen verstopt raken, wat veelal contact met onze gemeente oplevert. Duidelijkheid is dan essentieel. Bij de erfgrens bevindt zich vaak een ontstoppingsstuk. De lozer moet door opgraving aantonen waar de verstopping zit en draagt de kosten, tenzij de gemeente verwijtbaar handelt. De regels staan op onze gemeentelijke website.
Communicatie en bewustwording
Veel inwoners zijn zich beperkt bewust van het belang van riolering voor volksgezondheid en leefbaarheid. Bewustwording vergroot draagvlak voor de gemeentelijke projecten, stimuleert eigen initiatief en voorkomt ongewenst lozingsgedrag. Dit sluit aan bij bredere educatieprogramma’s over duurzaamheid, circulariteit en biodiversiteit.
Communicatie bij projecten
Bij rioolprojecten betrekken we bewoners actief via voorlichtingsavonden en klankbordgroepen. Elk project krijgt een op maat gemaakt communicatieplan, met onder andere een projectpagina op de gemeentelijke website. Deze aanpak blijft onderdeel van dit Waterbeheer- en Rioleringsplan (WRP).
We nemen deel aan regionale en landelijke initiatieven, zoals het NK-tegelwippen en jaarlijkse publiekscampagnes. Binnen deze planperiode ontwikkelen we een apart communicatieprogramma, inclusief veelgestelde vragen-flyers en campagnes van Stichting Rioned. Thema’s als klimaatadaptatie, hemelwaterafkoppeling en minder verharding krijgen extra aandacht.
Waterschap Amstel, Gooi en Vecht heeft een subsidieregeling voor vergroenen en het afkoppelen van regenwater.
Communicatie bij de rioolheffing
Voor veel inwoners en bedrijven is de rioolheffing het enige contactmoment met de gemeente over riolering. Dit biedt een kans om nut en noodzaak van de heffing toe te lichten en inzicht te geven in de besteding van de middelen, bijvoorbeeld door recente projecten te benoemen.
3.3 – Gegevensbeheer, berekeningen en monitoring
In deze paragraaf draait het om het water- en rioolsysteem als geheel, dus niet om losse objecten. Inzicht in het functioneren van het systeem in z’n geheel, is essentieel om te weten wanneer onderhoud, reparatie, vervanging, verbetering of andere maatregelen noodzakelijk zijn. Het gaat onder meer om de volgende zaken:
- De basis is het gegevensbeheer, weten wat je hebt. De uitdaging is om te werken volgens standaarden zoals Gegevenswoordenboek Stedelijk Water (GWSW) en uitwisseling van gegevens met derden mogelijk te maken.
- Hydraulische berekeningen helpen om het systeem-functioneren te begrijpen en te toetsen. Een Systeemoverzicht Stedelijk Water (SSW, voorheen Basisrioleringsplan: BRP) kijkt naar het systeem als geheel en past daarmee bij het samenwerken tussen gemeente en waterschap.
- Monitoring is gericht op de vraag hoe het systeem in de praktijk functioneert. Hier liggen kansen voor verbetering door de monitoring op te pakken in samenwerking tussen gemeenten en waterschap in de regio.
- Degradatie-analyse en risico-gestuurd beheer zijn methoden die helpen om de kosten op lange termijn te beperken en inzichtelijk te maken.
In dit WRP worden deze berekeningen en beschouwingen slechts kort aangetipt. Elk onderwerp gaat gepaard met modellen, berekeningen en rapportages. Deze zijn aanwezig op de beherende afdeling.
3.4 – Integrale besluitvorming rondom rioolvernieuwing
Het besluit om een rioolbuis te repareren, relinen of vervangen staat meestal niet op zichzelf. Gezien de consequenties van de rioolvervanging qua omvang van de werkzaamheden (straat open, brede sleuf en wegdek vervangen) hangt het besluit samen met andere aspecten die spelen in de openbare ruimte, zoals de kwaliteit en ouderdom van de weg, plannen om openbare ruimte anders in te richten, al of niet via burgerinitiatieven, en nieuwe opgaven zoals klimaatadaptatie, aanleg warmtenet of uitbreiding elektriciteitsnet. Het gaat bij de besluitvorming over rioolvervanging dus om meer dan alleen de riolering.
In de praktijk is sprake van een besluit dat is gebaseerd op een meervoudige optimalisatie van aspecten die spelen in de openbare ruimte in een buurt of wijk. Vanuit het perspectief van de riolering is er dus sprake van optimalisaties op twee niveaus:
- Niveau riolering: deze is gericht op de programmering van het in stand houden van de vrij verval riolering. Het optimum komt voort uit het rioolbeheer.
- Niveau openbare ruimte: deze is gericht op een bredere programmering van opgaven. Het optimum komt voort uit de met elkaar samenhangende opgaven in een buurt of wijk.
3.5 – Riolering en calamiteiten
In de praktijk komen calamiteiten voor. Dat kan zijn door het falen van een object in de riolering zelf (defect of storing), waardoor het functioneren van het gehele systeem in het geding is. Maar een calamiteit kan ook worden veroorzaakt door een externe gebeurtenis, waarbij de riolering een rol speelt bij de gevolgen ervan. Bij grote calamiteiten moet worden opgeschaald. Het valt buiten het WRP om dit te beschrijven.
3.6 – Samenwerking bij het beheer van de riolering
Riolering en stedelijk waterbeheer vormt een eigen vakgebied, maar geen sectorale aangelegenheid. Op diverse punten bestaan raakvlakken met andere afdelingen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie. In het overzicht staan relaties van rioleringsbeheer met aanpalende gemeentelijke vakgebieden. Al deze relaties vragen direct of zijdelings aandacht van de rioleringsbeheerder.
Gemeenten en waterbeheerders komen elkaar op diverse punten tegen. Goede samenwerking met de waterbeheerder is van groot belang gezien de vele raakvlakken tussen gemeente en waterbeheerders. Het managen van deze relaties vergt aandacht van beide kanten en in beide organisaties van verschillende betrokken collega’s. Goede samenwerking tussen gemeente en waterschap past bij de geest van de Omgevingswet. De overheid mag niet versnipperd optreden, maar verschillende overheidsinstanties werken samen ten behoeve van de maatschappij.
Onze gemeente werkt samen in Samenwerkingsverband BOWA (bestuurlijk) en ISARIZ (ambtelijk). In dit verband worden diverse projecten gezamenlijk opgepakt. We werken samen als dit sneller, beter of goedkoper kan.
3.7 – Formatiecheck
Rioleringsbeheer is een veelomvattende aangelegenheid en vraagt inzet van menskracht. Bijgaand kader geeft een overzicht van de personele aspecten van de rioleringszorg. Het overzicht volgt de indeling van de Kennisbank van RIONED. De methode geeft een globale check op de omvang van de beherende organisatie van de gemeente.
Uit de globale check van de personele aspecten van de rioleringszorg blijkt dat onze gemeente een te krappe formatie kent voor het onderwerp riolering en water. Het leidt er onder andere toe dat investeringsprojecten vertraging oplopen ten opzicht van de programmering. Gedurende het opstellen van dit WRP is ook een afdelingsplan opgesteld waarop is afgestemd.
Huidige beschikbare formatie is 4,4 ft met 3,25 ft ingevuld. Waarbij in het vorige GRP een groei nodig was naar 5,4 ft + 1 ft structurele inhuur.
Uit de berekening gemaakt met de tool van Stichting RIONED blijft dat er structureel 8,12 ft benodigd is om onderliggend plan tot uitvoering te brengen.
Er is in de rioolheffingsberekening vanuit gegaan dat er in de komende 3 jaar totaal 5 fte bijkomt (uitgegaan van schaal 10 à €98.000/jaar). Daarmee kan met enige vertraging uitvoering worden gegeven aan de opgave die we hebben als gemeente en ons water- en rioleringsprogramma uit te voeren.
4 – Programmering
Dit hoofdstuk draait om de programmering van activiteiten die binnen onze gemeente nodig zijn om invulling te geven aan de gemeentelijke watertaken. Dat gaat in de eerste plaats om het dagelijkse beheer en onderhoud. Daarna wordt stilgestaan bij onderzoeksprojecten. Tot slot wordt gekeken naar investeringen om delen van stelsel te renoveren, verbeteren of vernieuwen. De programmering is inclusief jaartallen en kosten. Alle bedragen zijn op prijspeil 2025 met het inzicht van dat moment. In de jaarlijkse begroting en bij kredietaanvragen worden de bedragen geactualiseerd.
4.1 – Beheer en onderhoud
Het beheer en onderhoud van de riolering is van essentieel belang om het systeem goed te laten functioneren. In hoofdstuk 3 van dit WRP is uiteengezet hoe het beheer en onderhoud wordt georganiseerd in onze gemeente. In de planperiode wordt dit voortgezet.
Activiteiten die worden uitgevoerd ten behoeve van gemeentelijke watertaken mogen worden toegerekend aan het rioleringsbeheer. Sommige activiteiten worden enkel uitgevoerd ten behoeve van de gemeentelijke watertaken en worden daaraan geheel toegerekend, zoals het inspecteren en reinigen van de riolering. Jaarlijks wordt een deel van het rioolstelsel gereinigd en geïnspecteerd. In deze planperiode wordt daar het maken van putvideo’s aan toegevoegd, zodat er nog een beter beeld ontstaat van de kwaliteit van het rioolstelsel in het geheel.
Daarnaast zijn er gemengde activiteiten. Voor deze activiteiten geeft de begroting aan welk gedeelte van de kosten ten laste van de riolering wordt gebracht, op basis van het beleid uit het WRP. Tot slot zijn er activiteiten die niet bij de riolering horen. Deze zijn natuurlijk niet uitputtend op te sommen. Enkele worden wel aangetipt in hetzelfde kader, omdat er discussie over kan ontstaan.
4.2 – Onderzoeksprojecten
Onderzoek en planvorming zijn nodig om goed zicht te houden op de ontwikkeling van het rioolstelsel. Het helpt om de goede koers te houden binnen de rioleringszorg. Bijgaand overzicht toont de geplande onderzoeksprojecten. Het is goed denkbaar dat tijdens de looptijd van dit WRP nog enkele acties worden toegevoegd vanuit actuele ontwikkelingen.
Onderzoeksprojecten met een regionaal karakter worden voorgedragen voor uitvoering onder de paraplu van het regionale samenwerkingsverband BOWA.
4.3 – Programmering van vernieuwingsprojecten
De riolering is opgebouwd uit een groot aantal objecten, zoals in §3.1 omschreven. Deze objecten verouderen en moeten om de zoveel tijd worden gerenoveerd of vervangen, zoals in §3.3 is toegelicht. Dit is een doorgaand proces met de bedoeling om de riolering op lange termijn in stand te houden.
De vernieuwingsprojecten bestaan uit de volgende categorieën.
- Verouderde riolen vernieuwen: verouderde riolen moeten op enig moment worden vernieuwd, door middel van renovatie of rioolvervanging.
- Riolering meeliften met ruimtelijke ontwikkelingen: bij ingrijpende ruimtelijke ontwikkelingen wordt soms meegelift met nieuwe riolering terwijl die nog enige tijd had meegekund, zie paragraaf 3.4. Het riool wordt dan iets te vroeg vernieuwd als je het alleen vanuit de riolering bekijkt, maar dan is alles weer helemaal nieuw en gaat lang mee.
- Verbeteringsmaatregelen aan de riolering: verbeteringsmaatregelen zijn gericht op het aanpassen van de riolering aan veranderde omstandigheden en nieuwe inzichten. Denk aan het vergroten van een 50 jaar oud riool omdat er meer afvalwater doorheen moet dan vroeger. Of denk aan extra voorzieningen om zware buien te kunnen verwerken
- Rioolgemalen vernieuwen: het benodigde budget voor het vernieuwen van onderdelen van de rioolgemalen (afgezien van de pompunits van de drukriolering) is weergegeven in onderstaand overzicht.
- Drukriolering vernieuwen: het benodigde budget voor het vernieuwen van onderdelen van de drukriolering in het buitengebied is weergegeven in onderstaand overzicht.
- Restkredieten uit de vorige planperiode afronden: naast nieuw op te starten projecten zijn er nog restkredieten. Dit betreft projecten die zijn opgestart in de vorige planperiode maar nog niet zijn afgerond. Dit is soms veroorzaakt door personele ondercapaciteit, maar soms ook door vertraging door het meeliften met andere vakdisciplines en de daarmee gepaard gaande complexiteit. Deze projecten zijn dus reeds concreet benoemd en er is krediet verleend door de gemeenteraad. In de het uitvoeringsprogramma zijn deze projecten opgenomen en wordt een inhaalslag gemaakt de komende jaren.
In de planperiode wordt gestreefd naar het volgende investeringsprogramma voor projecten:
- Rioolvervanging Harde buurt
- Rioolvervanging Aalberselaan
- Rioolvervanging Noorderweg eo
- Riool vervanging Stad en Lande
- Riool renovatie Karel Doormanlaan
- Persleiding Crailo/Bikbergen
- Rioolvervanging Bovenweg
- Rioolvervanging Gooilandweg paralel
- Persleiding Huizermaatweg restpunten
- Rioolvervanging Blaricumerstraat
- Rioolvervanging Crailoseweg paralel
- Rioolvervanging Wilhelminastraat
- Rioolvervanging Kronenburgerstraat
- Rioolvervanging Hulweg
- Rioolvervanging Molenberg/Taanderstraat
- Rioolvervanging Valkenaarstraat
- Rioolvervanging Noorderweg Noord
- Rioolvervanging Prinses Irenestraat/Grenspad/Driftweg
- Persleiding Crailosweg
- Hemelwater overlast Crailo
- Hemelwateroverlast Bikbergen
- Vergroten diverse duikers
- Rioolvervanging Schapendrift
De totale vrijverval/persleiding voor deze projecten:
- 2025: € 3.950.000
- 2026: € 5.150.000
- 2027: € 12.940.000
- 2028: € 8.860.000
- 2029: € 5.100.000
- 2030: € 4.580.000
Er is een investeringsprogramma voor de gemalen:
- Renovatie gemaal Merino
- Renovatie gemaal Harderwijkerzand
- Renovatie centrale voedingskasten
- Renovatie drukriolering fase1
- Renovatie drukriolering fase 2
- Renovatie drukriolering fase 3
- Renovatie gemaal Bestevear
- Renovatie gemaal Kruin
- Renovatie gemaal Brederode
- Renovatie gemaal Gooierserf
- Renovatie gemaal Antillenstroom
- Renovatie gemaal Deelweg
- Renovatie gemaal Simone de Beauvoirlaan
- Renovatie gemaal Middelgronden
- Renovatie tunnelgemalen
Totale investering voor de gemalen:
- 2025: € 400.000
- 2026: € 2.700.000
- 2027: € 150.000
- 2028: € 2.650.000
- 2029: € 2.500.000
- 2030: € 2.500.000
5 – Rioolheffing
Dit hoofdstuk draait om de bekostiging van de gemeentelijke watertaken via de rioolheffing. Als eerste wordt ingegaan op het wettelijke kader voor de rioolheffing. Daarna wordt beschreven hoe de opgave wordt vertaald naar een kostendekkingsberekening. Vervolgens komt aan de orde welk tariefsysteem de gemeente hanteert voor de rioolheffing. Tot slot volgt de doorrekening tot de benodigde rioolheffing.
5.1 – Wettelijk kader voor de rioolheffing
De wettelijke basis voor de rioolheffing is opgenomen in artikel 228a van de Gemeentewet.
De rioolheffing is een bestemmingsheffing. De inkomsten uit de rioolheffing zijn alleen beschikbaar voor uitgaven gerelateerd aan de gemeentelijke watertaken. De inkomsten uit de rioolheffing mogen wel aangevuld worden met inkomsten uit de algemene middelen. In fiscaal-juridische zin betekent dit dat de heffing een zuivere belasting is. Belangrijke aandachtspunten van de rioolheffing zijn:
- De opbrengsten zijn bestemd voor het doel waarvoor de heffing in het leven is geroepen: het inzamelen en transporteren van afvalwater, het verwerken van hemelwater en het ingrijpen in de grondwaterstand
- De heffing mag niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente voor dit doel maakt (maximaal 100% kostendekkend). Ook mag de gemeente de opbrengst niet aan andere zaken uitgeven
- De vormgeving van de heffing moet een relatie hebben met de gemeentelijke watertaken. De gemeente treft de voorzieningen in het algemeen belang, maar zij moet de kosten wel op een aanvaardbare manier verdelen. Dit houdt in dat er een zekere relatie moet zijn tussen het kostenverhaal via de rioolheffing en het belang dat de belastingplichtige heeft bij de voorzieningen (profijtbeginsel).
De kaders van de begrotingsregels liggen vast in:
- Gemeentewet
- Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken
- Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
- Notitie riolering commissie BBV
- Jurisprudentie (i.o.)
5.2 – Uitgangspunten kostendekkingsberekening
In gemeente Huizen kennen we één vast tarief dat wordt opgelegd aan de eigenaar. Het tarief in 2025 bedraagt € 273,12. De investeringen worden direct ten laste gebracht van de voorziening (ideaalcomplex). Dat betekent dat er geen rente en afschrijving in het tarief zit. Dat is gunstig, zeker op lange termijn of als de rente gaat stijgen. De landelijke trend van een stijgende rioolheffing komt vooral door groeiende kapitaallasten. Dat heeft gemeente Huizen met deze systematiek niet. Er worden geen lasten vooruit geschoven. Aan de andere kant betekent een toenemende opgave, een stijgende rioolheffing. Maar op het moment dat de opgave minder groot wordt, daalt de heffing ook direct. In tegenstelling tot de gemeenten die alle investeringen langjarig afschrijven.
De rioolheffing is over een periode van 20 jaar berekend. Zowel de baten (tarief rioolheffing en aantal heffingseenheden) als een overzicht van alle lasten zijn in het berekeningsmodel gebracht. De lasten betreffen de lopende kapitaallasten, de exploitatiekosten (met onder andere doorberekening van personeelskosten), de beheer- en onderhoudskosten (zoals reparaties, reiniging en inspectie), benodigde onderzoekskosten en investeringen. Uitgangspunt is dat het tarief 100% kostendekkend is en het vastgestelde beleid wordt gevolgd.
In de berekening is een onzekerheid over de uitvoerbaarheid door te weinig personele capaciteit. Zoals eerder vermeld is er noodzakelijke uitbreiding van totaal 5 fte berekend. Het zal tijd vragen om toe te groeien naar een situatie van de gewenste personele capaciteit en daarmee invulling te kunnen geven aan de opgave die er ligt in onze gemeente.
Berekend is dat er jaarlijks zo’n 7 miljoen aan investeringen uitgevoerd moet worden om het riool en watersysteem in stand te houden en klimaatrobuust in te richten. Dat is een gemiddeld bedrag, per jaar wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld met projecten en exacte budgetten. De komende jaren is het nog niet haalbaar dit investeringsniveau te halen, de praktijk zal uitwijzen hoe snel we toe kunnen groeien naar de gewenste situatie.
De hoogte van de rioolheffing wordt berekend op basis van de realiteit, zodat onze inwoners niet meer betalen dan noodzakelijk.
5.3 – Vormgeving van het tariefsysteem van de rioolheffing
Gemeenten hebben vanuit de Gemeentewet – artikel 2.28 de mogelijkheid tot een heffing om de kosten voor de gemeentelijke watertaken te bestrijden.
De rioolheffing in 2025 is op hoofdlijnen opgebouwd uit:
- Exploitatie - 7%
- Apparaatskosten - 11%
- Straatreiniging - 4%
- Investeringen - 60%
- Rioolbeheer - 4%
- BTW - 14%
5.4 – Berekening van de benodigde rioolheffing
Deze paragraaf geeft de doorrekening naar de benodigde rioolheffing om voldoende geld te hebben voor het beheer en de geplande projecten. De gegevens en de keuzes van de voorgaande delen uit het WRP komen hier bij elkaar en leiden tot de benodigde rioolheffing. In bijgaand kader staan de uitgangspunten bij de berekening van de benodigde rioolheffing beknopt weergegeven.
De rioolheffing is voor de planperiode 2026-2031 berekend, met een doorkijk tot 2044.
Het huidige bedrag van €273 is niet 100% kostendekkend met alleen de inkomsten uit de rioolheffing. Er wordt een onttrekking gedaan uit de voorziening.
Uit de berekening blijkt dat de rioolheffing op termijn rond de €575 moet worden om 100% kostendekkend te zijn. Het is afhankelijk van de invulling van de gewenste uitbreiding van personele capaciteit op welke termijn we op dat niveau komen. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de voorziening om een langzame stijging van de rioolheffing te borgen. De hoogte van de rioolheffing voor de komende jaren is afhankelijk van de haalbaarheid van het investeringsprogramma en deze wordt jaarlijks berekend op basis van actuele cijfers en wordt jaarlijks vastgesteld door de gemeenteraad.
Dat betekent dat de ontwikkeling van de rioolheffing de komende jaren afhankelijk is van de uitbreiding van de personele capaciteit (en daarmee de haalbaarheid van uitvoering van het investeringsprogramma) en de wijze waarop wordt omgegaan met de voorziening (in 2025 ruim 15 miljoen). In onderstaande grafiek zijn 2 lijnen te zien, de maximale variant en een meer realistische berekening met een ingroeimodel naar de gewenste situatie. In een negatiever scenario zal de rioolheffing lager blijven, indien het langer duurt voordat de gewenste situatie is bereikt (de markt is complex, in de hele branche is een tekort aan vakmensen. Er spelen daardoor allerlei factoren die ook van invloed kunnen zijn op de situatie in onze gemeente). In beide berekeningen wordt jaarlijks een onttrekking gedaan uit de voorziening om het tarief langzamer te laten stijgen.
